Thomas stond met zijn ouders op de camping in Goes en zijn moeder had soep gemaakt. “Mijn moeder zette de pan soep op tafel, maar deze stond niet stabiel waardoor de hete soep in mijn schoot viel.” De toen elfjarige Thomas werd door zijn vader onder het campingkraantje gezet terwijl de ambulance werd gebeld. “Ik weet nog hoe koud ik het had en dat ik meteen zag hoe er open blaren op mijn huid zaten.”
Na twintig minuten was de ambulance er waarmee Thomas naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis werd gebracht. Daar bleek toch dat de brandwonden zó erg waren dat hij naar het brandwondencentrum moest. ‘’Ik kwam op de kinderafdeling en herinner mij dat ik het daar erg naar mijn zin had. Het was toen rustig in het brandwondencentrum dus er werd veel aandacht aan mij geschonken en veel met mij gedaan.”
Nachtmerries en PTSS
In de pubertijd kreeg Thomas te maken met een vorm van PTSS. Hij had last van nachtmerries die te maken hadden met het ongeluk. “Ik durfde er niet over te praten en dacht dat ik het zelf kon oplossen.” De nachtmerries werden steeds erger en uiteindelijk zocht hij hulp bij een psycholoog. Op zijn 21ste werd Thomas weer geconfronteerd met de psychische klachten die zijn brandwonden meebrachten. “Ik vond het altijd moeilijk om over mijn brandwonden te praten en cijferde mezelf snel weg. Daardoor had ik een laag zelfbeeld gekregen.”
Thomas wil nu graag andere mensen helpen. Na zijn loopbaan als verpleegkundige heeft hij meerdere coachingopleidingen afgerond. Nu helpt hij verpleegkundigen beter voor zichzelf te zorgen terwijl zij voor anderen zorgen. Zelf denkt hij vroeger te weinig gebruik te hebben gemaakt van de hulp die hij kon krijgen. Daarom wil hij meegeven dat je hulp moet aangrijpen als je het moeilijk hebt. “Praat over de dingen die je dwars zitten, want het helpt echt. Je bent niet de enige met die klachten.”