“Na twee en een halve maand in het brandwondencentrum mocht ik eindelijk mijn dochter weer zien. Ik was zo bang dat ze me niet zou herkennen… ‘Papa heeft korte haartjes,’ riep ze toen ze naar me toe kwam. Ik smolt. En ik was zó opgelucht.”
Op de donderdagavond van het brandwondenongeval was ik laat thuis. Na drie lange dagen werken in het theater, plofte ik op de bank. Mijn dochtertje en mijn vrouw, zwanger van ons tweede kindje, sliepen al. Ons huis telt twee verdiepingen. We sliepen beneden en woonden boven. Ik was als een blok in slaap gevallen op de bank. Om half zes werd ik wakker. Rozig van de slaap, stond ik op om de bank voor mijn bed te verruilen. Een ontstellend harde klap volgde. Het donker van de nacht maakte plaats voor dikke zwarte rook, stof en vlammen. In nog geen seconde had een gasexplosie alles verwoest.
“Van de eerste maand weet ik niets meer”
In de drie maanden die volgden, lag ik in het brandwondencentrum in Beverwijk. Van de eerste maand weet ik niets meer. Ik lag in een box: een eenpersoonskamer met apparaten, slangen en meters zoals op de Intensive Care. Hier werd ik in slaap gehouden. Eenmaal bij, verhuisde ik naar een tweepersoonskamer, waar nog een andere jongen lag. Hier liep ik snel een infectie op. Met brandwonden ben je hier extra gevoelig voor. Normaal beschermt je huid je hiertegen. Is die huid verbrand, dan is het risico op infecties groot.
Dat ik de MRSA-bacterie (de beruchte ‘ziekenhuisbacterie’) had opgelopen, betekende dat ik geïsoleerd verpleegd moest worden. Opnieuw was mijn enige missie: overleven. Alleen dat houdt je de eerste tijd bezig. Alle operaties, de wonden en een levensbedreigende infectie… Mijn gezin gaf me de kracht om te blijven vechten.
Terug naar mijn gezin
Na drie maanden ziekenhuis volgde drie maanden revalidatiecentrum. Mijn doel was dat ik thuis zou zijn voordat mijn vrouw moest bevallen. ‘Terug naar mijn gezin’, was mijn missie. Ik heb me suf getraind. Met resultaat! Drie weken voor de geboorte was ik eindelijk weer thuis. Tijdens mijn tijd in het revalidatiecentrum kwam de psychische klap. Ik had zoveel verloren. De brandwonden verminkten een groot deel van mijn lijf en gezicht en stelden me fysiek enorm op de proef. Daarnaast verloor ik mijn baan en belandde in een rechtszaak met de woningbouwcorporatie over de schuldvraag van de gasexplosie.
“De machteloosheid is zó waardeloos, dat maakt je een wrak”
Het kostte me allemaal zoveel energie. Voor het ongeluk stond ik vol in het leven. Maar in één klap was het compleet verwoest. Van een onafhankelijke, gezonde man veranderde ik in een afhankelijke patiënt. Chirurgen, psychologen, verpleegkundigen, thuiszorgmedewerkers, specialisten, fysiotherapeuten en ergotherapeuten… Je hebt ze allemaal nodig. Niks kun je nog zelf. Die machteloosheid die je dan voelt, is zó waardeloos. Dat maakt je een wrak.
Confrontatie met de buitenwereld
De eerste confrontatie met mijn spiegelbeeld was afschuwelijk. Ik geloofde mijn ogen niet. Met pijn in mijn hart zag ik mijn uiterlijk. En ik wist meteen: dit wordt een levenslange strijd. Een strijd die allesomvattend is. Van de een op de andere dag staat je leven in het teken van operaties, een rechtszaak, verminkingen, veranderingen in je gezin, relatie en werk. Je weet meteen: het wordt nooit meer zoals het was. De confrontatie met de buitenwereld was en is moeilijk. Natuurlijk, ik voel me gesterkt door de steun van familie en vrienden. Maar normale dingen als zwemmen of een terrasje pakken, doe ik niet meer. Mensen kunnen zo gemeen zijn. Laatst was er een meisje dat me aankeek en begon te lachen. Haar moeder corrigeerde haar niet; nee, ze lachte mee. Dan kook ik van binnen. Of een groepje jongens op de Uitmarkt die me belachelijk stond te maken, ze hebben geen idee hoe kwetsend dat is.
Traumatherapie en projecten
Meer dan een jaar na het ongeluk werd de diagnose PTSS gesteld. Ik leed aan post traumatische stress stoornis. Ik sliep slecht, had angsten, nachtmerries en raakte in paniek als ik een ambulance hoorde. De Vereniging van Mensen met Brandwonden adviseerde me met de psycholoog van de Brandwonden Stichting te praten. De eerste stap was de PTSS behandelen. Daarvoor ben ik in traumatherapie gegaan. Daarna wilde ik die altijd aanwezige schaamte en het gevoel van machteloosheid aanpakken. De cursus ‘Verder met littekens’ hielp hierbij. En ook andere (lotgenoot)projecten van de Brandwonden Stichting heb ik met beide handen aangegrepen. Scartrek (wandelen met lotgenoten), de Brandwondendag; het bleken de juiste ingrediënten om elke tegenslag te doorstaan.
Meer dan enkel littekens
Met brandwonden ben je publiek bezit. Je kunt nooit meer onopgemerkt over straat. Juist dat mis ik zo. Je zelfvertrouwen krijgt door verminkingen zo’n enorme knauw. Het ongeluk heeft me niet alleen aan de buitenkant veranderd, maar ook van binnen. Brandwonden zijn meer dan alleen littekens. Ze gooien je leven blijvend overhoop. Mijn vrouw en ik hebben het als stel niet gered. Het is haast niet voor te stellen hoe groot de impact op je (gezins)leven is. Dan moet je heel sterk zijn samen. Die scheiding is nog steeds een zere plek.
“Die mensen gaven én geven me de kracht om door te gaan”
Toch prijs ik mezelf gelukkig met mijn kinderen, familie en vrienden. In het ziekenhuis was het altijd druk bij mijn bed. Dat zijn echt cadeautjes. Die mensen gaven én geven me de kracht om door te gaan. Maar ook de Brandwonden Stichting is goud waard. De projecten geven mij handvatten om sterker en weerbaarder alle moeilijkheden die mijn pad kruisen aan te gaan. Als je bedenkt wat ik allemaal heb bereikt sinds het ongeluk… Dan kan ik oprecht zeggen dat ik heel trots op mezelf ben!