Het was een zes meter lange steekvlam die het leven van triatleet Frank volledig op zijn kop zette. Wat begon als een gewone werkdag, eindigde in een opname in het brandwondencentrum in Beverwijk. “Ik heb gegild als een speenvarken.”
Frank kan het ongeluk van seconde tot seconde navertellen. Het was een donderdag als alle donderdagen. In beschermende kleding draaide hij een routineklus in de staalindustrie af. Tot het mis ging. “We moesten een fout van een collega herstellen met een snijbrander. Daarbij hebben we blijkbaar een leiding met een brandbaar gas geraakt. Vanuit het niets ontstond er een gigantische steekvlam, die recht in mijn gezicht kwam.”
Door de explosie werd Frank weggeslingerd en kwam hij meters verder op de grond terecht. “Ik dacht op dat moment dat mijn leven voorbij was. Ik zag een muur van 6 meter hoge vlammen. Daar ben ik nog langs gelopen om te ontsnappen. In het stuurhuis heb ik mijn hoofd onder de kraan gehouden, terwijl mijn collega begon met blussen.”
Overweldigd door de pijn bekijkt hij de wonden in de spiegel. “Ik zag wel wat vellen hangen, maar ik dacht dat het meeviel”, vertelt Frank. “Maar ik heb staan gillen als een speenvarken. Vooral de pijn aan mijn lippen was niet te doen.” De opluchting was dan ook groot toen de ambulance arriveerde en hij zijn eerste dosis morfine kreeg.
Aangekomen in het brandwondencentrum moest Frank nogmaals onder de douche. Zijn losse huid werd weggehaald, en hij werd behandeld met flammazine en ‘Engels pluksel’. “En toen moest ik zittend slapen, om de zwelling in mijn gezicht tegen te gaan. Het was een ontzettende rollercoaster. Het enige dat mij op dat moment gerust stelde, is dat ik in goede handen was.”
De goede conditie die Frank voor het ongeluk had, maakte uiteindelijk een groot verschil in zijn herstel. “Ik was gewend om halve en hele triatlons te doen”, vertelt hij. “Door mijn goede conditie ging mijn herstel boven verwachting goed. De eerste- en tweedegraads brandwonden herstelden als vanzelf. Ik mocht na vijf dagen naar huis, waar de thuiszorg mijn wondverzorging verder deed.”
De wonden in Frank zijn gezicht en hals zijn inmiddels geheeld, maar fysiek heeft hij nog een lange weg te gaan. Hij heeft nog veel last van vermoeidheid en herbelevingen van het ongeluk. “Ik schrik iedere keer enorm als ik een explosie op tv zie”, vertelt hij. Direct na het ongeluk heeft hij traumatherapie en psychologische hulp gekregen in het brandwondencentrum. “De zorg daar was fantastisch. Het personeel is ontzettend gedreven. Mede dankzij hen ben ik er zo goed vanaf gekomen.”
Wat overblijft zijn de littekens en de vermoeidheid. Frank kan niet wachten tot hij weer aan de start van een triatlon staat. “Nu kan ik nog maar twee uur per dag therapeutisch werken achter een bureau. Ik word gek van het stilzitten en ik kan niet wachten tot ik mijn oude sportieve levensstijl weer op kan pakken.”