Voor meer dan een kwart van je lichaam verbrand zijn en toch positief blijven? Evert doet het: “Ik heb 8 dagen in coma gelegen. Toen ik wakker werd, wilde ik direct aan de slag met mijn herstel. Je moet een lange adem hebben, maar uiteindelijk moet je gewoon weer verder met je leven.”
Voor Evert was zijn werkdag er eentje uit velen. “Ik kwam van een klus af en wilde nog wat dingen voor de volgende dag klaarzetten. Toen ging het fout.” Er volgde een gasexplosie en hij werd wegblazen. “Ik heb mijzelf meteen natgemaakt en mijn collega’s hebben mijn kleding uitgetrokken om goed te koelen.”
“Zijn haar was weg en hij had overal zakken met vocht.”
Niet ver weg zat zijn vrouw Carla thuis en hoorde een harde knal. Carla: “We wonen in de achterhoek en je hoort hier wel vaker van die knallen. Er wordt nog weleens gejaagd, dus dacht ik dat dat het was. Totdat ik het telefoontje kreeg.” Ze ging snel naar het bedrijf en daar kwam Evert op haar af lopen. “Het leek wel een gedrochtje. Zijn haar was weg en hij had overal zakken met vocht.”
Evert werd met spoed naar het ziekenhuis in Doetinchem gebracht. “Daar kwamen ze er al snel achter dat ik te ernstig was verbrand om mij daar te helpen. Bij mijn vrouw sloeg toen wel een beetje de paniek toe.” Carla: Hij moest helemaal naar het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Dat is niet echt om de hoek. Hij is dezelfde avond nog in coma gebracht en naar Rotterdam verplaatst.”
In Doetinchem kregen ze te horen dat Evert voor 60% was verbrand. In Rotterdam bleek dit 28% te zijn, vertelt Carla. “Het is zo’n bijzonder ziekenhuis. Ze geven je geen hoop, maar ook geen vrees. Ik had zoveel vragen en ze namen echt de tijd om uit te leggen wat ons te wachten stond.”
Fitnessruimte
Omdat Evert op veel plekken derdegraads brandwonden had, lag hij 8 dagen in coma. “Ik had brandwonden op mijn rug, armen en zijkant van mijn lichaam. Alleen mijn gezicht was tweedegraads verbrand, de rest derdegraads. Maar toen ik wakker werd, dacht ik al snel ik kan het allemaal wel weer. Stilzitten is niets voor mij, dus ben ik met toestemming van de artsen al snel gaan bewegen. Ik ging, zodra het kon, wandelen en op mijn eigen houtje naar de fitnessruimte.”
Daar schrokken de medewerkers van het brandwondencentrum wel een beetje van, vertelt Evert. “Ik was een ic-patiënt. Normaal waren die niet zo actief. Maar zolang ik het zelf kon, vonden ze het goed.” Hij is er dan ook van overtuigd dat het hem heeft geholpen. “Ik was altijd al erg actief en fit, zeker voor mijn leeftijd. Ik wilde dit volhouden. Zo goed als mogelijk, natuurlijk.” Daarbij hielp bewegen hem ook mentaal. “Door lekker te lopen in de buitenlucht, kon ik het allemaal verwerken.”
Een diepe buiging
Evert is er alleen nog niet. “Ik heb nog wat behandelingen op de planning staan. Zelf probeer ik zoveel mogelijk te bewegen – zwemmen, wandelen en fitness. Ik geloof dan ook dat hoe meer je beweegt, hoe beter je er vanaf komt.”
Met de begeleiding van het brandwondencentrum, komt dat helemaal goed, leggen Evert en Carla uit. “Een diepe buiging voor de mensen in het brandwondencentrum. Ze zijn echt tovenaartjes. Ondanks alle ellende hebben we ook gelachen. Ze staan altijd voor je klaar en je mag alles vragen. Daar zijn we ze erg dankbaar voor. En zoals we hier in het oosten zeggen: Alles kump goed!”