Demi (23 jaar) raakt op jonge leeftijd ernstig verbrand. Demi overwint vele obstakels, van pijnlijke verbandwissels, de uitdagingen van het opgroeien met littekens en het verwerken van gevoelens van zelfkritiek en schuldgevoel. Het is geen gemakkelijke weg, maar inmiddels omarmt ze haar littekens.
Demi was slechts 2,5 jaar oud toen haar wereld abrupt veranderde. Het was 2 mei 2003, een dag die ze nog steeds in detail herinnert. Het begon als een gewone ochtend. Demi’s moeder snelde voor een moment naar boven om haar broertje uit bed te halen, terwijl Demi beneden achterbleef. “Uit nieuwsgierigheid liep ik naar de keuken gelopen. Daar pakte ik de keukenaansteker. Ik had op dat moment een gebroken sleutelbeen door een eerdere val van de glijbaan. Toen ik de keukenaansteker gebruikte, vloog mijn mitella in de brand”.
Demi’s moeder handelde snel. Ze sloeg de vlammen uit en zette haar dochter direct onder de douche. Daardoor zijn de brandwonden beperkt gebleven tot haar hand en schouder. Een snelle rit naar het ziekenhuis in Zeist leidde direct tot een doorverwijzing naar Beverwijk. “Ze zeiden tegen ons: Wij hebben nog nooit zulke heftige brandwonden meegemaakt, je kunt gelijk door naar Beverwijk”. Daar begint Demi’s lange reis van herstel.
“Toen ik de keukenaansteker gebruikte, vloog mijn mitella in de brand.”
Om de dag moet Demi terug naar het ziekenhuis voor verbandwissels. Het is een zware tijd voor haar en haar familie. Niet alleen verloopt het herstel moeizaam, maar ook het afleggen van de grote reisafstand naar het ziekenhuis maakt het extra zwaar. Ze onderging ongeveer twintig huidtransplantaties. Demi onderging moedig een pijnlijke, lange en ingrijpende periode. Gelukkig werd ze gesteund door haar ouders en oma.
Maar Demi werd niet alleen geconfronteerd met fysieke littekens. Innerlijke littekens, gevoed door zelfkritiek en schuldgevoel, kwamen naar boven. “Ik ben vanaf kinds af aan best wel hard voor mezelf geweest. Ik dacht: het is mijn eigen schuld dat ik aan die aansteker heb gezeten. Ik heb mezelf in de fik gezet’’. Het accepteren van de realiteit dat het een ongeluk was, ging moeizaam voor de kleine Demi. Ze krijgt daarom speeltherapie. Dit zorgt ervoor dat ze het schuldgevoel langzaam maar zeker kan loslaten. Ook begrijpt ze nu beter dat sommige dingen buiten haar controle lagen.
Demi overwon vele obstakels op haar pad naar herstel, van pijnlijke verbandwissels tot de uitdagingen van het opgroeien met littekens. Demi verwerkt gedurende die tijd haar ongeluk door zich te verdiepen in boeken over brandwonden, boekverslagen te schrijven en spreekbeurten te houden. Ze vindt troost in verhalen van anderen die een soortgelijke strijd hebben gevoerd. Haar favoriete boek heet ‘Nieuwe Handen’ van Gerie Smit. Het boek gaat over Gerie Smit zelf, die in 2001 de nieuwjaarsbrand in het Hemeltje in Volendam meemaakt. Ze beschrijft in het boek haar herstel in het ziekenhuis en de moeilijke tijd daarna, “Een echte aanrader”, vertelt Demi.
Haar klasgenoten kregen goed mee wat er met Demi aan de hand was door haar spreekbeurten. “Ik gaf spreekbeurten over hoe brandwonden werken, wat het zijn en waarom het er zo uit ziet. Ook liet ik foto’s zien aan mijn klas van hoe ik eruit zag toen het net gebeurd was en hoe ik er momenteel uit zag. Doordat ik daar zo open over was, was het voor mijn klasgenoten en vrienden eigenlijk de normaalste zaak van de wereld. Ze weten niet beter dan dat de brandwonden bij mij horen.’’
Voor Demi is het ongeluk een traumatische gebeurtenis geweest. Ondanks haar jonge leeftijd ten tijde van het ongeval en het feit dat het ruim 20 jaar geleden is gebeurd, herinnert Demi zich het moment nog exact. Sinds 2005 gaat ze daarom mee met de activiteiten die de Brandwonden Stichting organiseert. Daar vindt ze kracht in lotgenotencontact, in de warmte van mensen die begrijpen wat ze doormaakt. “Het is alsof je wordt omarmt als een soort familie. Je wordt direct betrokken en in de groep opgenomen. Je gaat er echt met zijn allen doorheen’’.
“Ik ga sinds 2005 mee met uitjes van de Brandwonden Stichting.
Het is alsof je wordt omarmd als een soort familie.”
Demi ervaart na haar ongeluk angst voor vuur, bijvoorbeeld met kampvuren of vuurwerk. “Daarom heb ik heel veel baat gehad met de uitjes van de Brandwonden Stichting. Met de kinderweek hebben ze altijd één avond waarop een kampvuur is. Dan word je eigenlijk een soort van uitgedaagd om erbij te zitten. Natuurlijk mag je daarbij je grenzen aangeven hoe ver je daarin wilt gaan. Maar daardoor kan ik tegenwoordig bijvoorbeeld weer thuis de open haard aansteken, iets wat ik jarenlang niet durfde’’.
Nu, meer dan twintig jaar later, zijn Demi’s littekens vervaagd tot zachte herinneringen. Ze zijn nog slechts subtiele afdrukken op haar huid. Een herinnering aan een traumatische ervaring die Demi inmiddels een plaats heeft kunnen geven. Tegenwoordig zijn de littekens van Demi heel soepel en heeft ze er qua bewegingsbeperking gelukkig geen last meer van. Op haar werk als begeleider in speciaal onderwijs wordt ze omringd door kinderen. Soms komt daar een ongefilterde, eerlijke vraag: “Wat is dat, juf?” Ze omarmt haar littekens als deel van haar identiteit en moedigt anderen aan hetzelfde te doen: “Vertel je verhaal. Wees er open over. Laat je niet leiden door je brandwonden, maar leer ermee leven. En ga vooral mee met alle kinderweken, tienerweken, Scar Wars. Want dat is zo fantastisch.”
Wil je meer weten over de activiteiten en het lotgenotencontact van de Brandwonden Stichting? Bezoek dan deze pagina van de Vereniging van mensen met brandwonden en meld je aan!