Vrouwen herstellen na een brandwondenongeval langzamer en ervaren een lagere kwaliteit van leven dan mannelijke patiënten met brandwonden, concludeert Inge Spronk in haar proefschrift ‘The Burden of Burn Injuries’. Dit geldt ook voor mensen met psychische klachten en de mensen met de meest ernstige brandwonden. Om dit op te lossen presenteert Spronk een herstelmodel dat gepersonaliseerde nazorg mogelijk maakt. Door middel van dit model wordt er een schatting gemaakt van het herstel van de kwaliteit van leven van de patiënt. Dit biedt een handvat aan zowel de patiënt als de zorgverlener om herstel te verbeteren.
‘’Patiënten geven aan dat ze behoefte hebben aan informatie van andere patiënten om zo inzicht te krijgen in het verwachte verloop van hun kwaliteit van leven’’, benadrukt Spronk. ‘’Nadat patiënten het brandwondencentrum na een lange en intensieve behandeling verlaten, vallen ze vaak in een zwart gat. Ze weten niet wat voor effecten ze op zowel de korte als de lange termijn kunnen verwachten en dat brengt grote onzekerheid met zich mee. Informatie over de mogelijke gevolgen biedt een perspectief. Doordat iedere brandwondenpatiënt uniek is, is gepersonaliseerde nazorg essentieel’’.
Herstelmodel biedt toekomstperspectief
Spronk: ‘’Door de toevoeging van het nieuwe herstelmodel aan de bestaande nazorg wordt het gestructureerder, patiëntvriendelijker en realistischer voor een patiënt met brandwonden’’. Op dit moment is er enkel gepersonaliseerde informatie beschikbaar, voor de korte termijn. Door middel van deze nieuwe inzichten is er nu ook informatie over de lange termijn gevolgen. Aan de hand van leeftijd, geslacht, percentage brandwonden en de opnameduur in het ziekenhuis schat het model tot 24 maanden daarna hoe de kwaliteit van leven van een patiënt zal herstellen. “Deze gepersonaliseerde informatie zorgt voor een eerlijker beeld van het toekomstperspectief van de patiënt. Daarnaast biedt deze kennis de mogelijkheid voor de zorgverlener om in de gaten te houden of de patiënt volgens verwachting herstelt zodat de zorgverlening zo nodig tijdig kan ingrijpen met een gepaste behandeling’’. De brandwondencentra willen het model in de nazorg methode plaatsen. Een eHealth toepassing speciaal voor brandwondenpatiënten waar relevante informatie op een begrijpbare manier wordt uitgelegd en waar patiënten worden geholpen bij het maken van keuzes.
Beter inzicht in kwaliteit van leven
Spronks’ promotieonderzoek biedt een nieuw model voor gepersonaliseerde nazorg, leidt tot inzichten in het verloop van de kwaliteit van leven van brandwondenpatiënten op de lange termijn en heeft een realistischer beeld van de ziektelast geschetst. Het onderzoek laat zien dat het noodzakelijk is om mogelijke angst, depressie en pijn bij patiënten altijd goed in de gaten te houden en extra aandacht te besteden aan de drie eerder genoemde groepen in de nazorg en ze in te lichten over de verwachtingen. Spronk: ‘’Gepersonaliseerde nazorg is zeer belangrijk. Resultaten uit dit onderzoek dragen bij aan verdere optimalisering hiervan’’.
Promoveren in tijden van Corona
De promotieceremonie is een vast ritueel met vele tradities en staat in het teken van het verdedigen van het proefschrift. Al jarenlang voltrekt deze traditie zich op dezelfde manier, tot nu. Als gevolg van de Corona ontwikkelingen is het voor Inge Spronk niet mogelijk om haar proefschrift openbaar in de Vrije Universiteit te verdedigen, daarom promoveert Inge Spronk digitaal via Zoom met haar proefschrift ‘The Burden of Burn Injuries’ op woensdag 22 april aanstaande. Dit biedt een unieke kans om de mogelijke manieren van het verdedigen van het proefschrift uit te breiden.
Voor haar proefschrift werkte Inge Spronk onder meer in het brandwondencentrum van het Maasstad Ziekenhuis en op de afdeling Maatschappelijke gezondheidszorg in het Erasmus Medisch Centrum onder begeleiding van dr. Margriet van Baar, dr. Suzanne Polinder en prof. Esther van Middelkoop. De geïncludeerde patiënten werden behandeld in één van de drie Nederlandse Brandwondencentra (Groningen, Beverwijk of Rotterdam). Het onderzoek van Inge Spronk werd gefinancierd door de Nederlandse Brandwonden Stichting.